Hoe werk ik? Schetsen

Ontwerpen begint altijd met schetsen, altijd. Ik gebruik dan een vulpotlood met zachte vulling, B meestal. En een gum, en een lichtbak die mijn vader lang geleden in elkaar timmerde; een houten kastje met een melkwitte plexiglas plaat erop. Er zit nog een oeroude TL-buis in die het echt nooit meteen doet...

Als ik bedacht heb wat ik wil gaan tekenen zoek ik voorbeelden van de echte dieren, dus ik zoek op walvissen, zeehonden, zeemeeuwen en zeepaardjes op Google afbeeldingen. Ik kijk naar de natuur, hoe ziet zo'n dier er eigenlijk uit? Wat zijn de belangrijkste kenmerken? Die vergroot ik uit en ik versimpel de vormen, maak ze liever, grappiger. Je moet in één oogopslag zien wat het is. En de houding moet goed zijn, en het beestje moet lief kijken. 

Wist je dat ogen het allerbelangrijkst zijn in een ontwerp? De plaats en vorm en grootte van de oogjes zegt alles. Door de plaats of vorm kan een gezichtje boos, verdrietig, blij, kinderlijk, oud, aandoenlijk of totaal mallotig worden. Mijn 'handschrift' is in al de jaren dat ik teken herkenbaar geworden. En dat komt vaak door de oogjes. Ik teken mijn oogjes altijd ovaal en helemaal zwart, geen lichtpuntjes, geen wimpers of wenkbrauwen, gewoon twee zwarte ovaaltjes.

Ik schets vele vellen vol, en trek veel schetsen op de lichtbak weer over om ze te verbeteren. Dan kies ik de beste uit en scan die in in de computer. Ik trek de lijnen over in het programma Illustrator, een tekenprogramma. En als de lijnen staan kan ik gaan inkleuren of wat er dan ook mee gebeuren moet.